Bronnen en Krachtplaatsen in NL & Be

Tien Hunebedden rond Emmen; D38 t/m D47  Tien Hunebedden rond Emmen; D38 t/m D47

331 Geschreven in Mei 2022     


Dinsdag 10 mei 2022 ben ik met een goede vriendin; Murel, naar Emmen geweest.
We hadden de auto op een parkeerplaats bij een supermarkt gezet en zijn daar vanuit gaan fietsen langs de hunebedden die in en om Emmen liggen. Zo hebben we vanaf 11:00 uur tot ongeveer 16:00 uur alle hieronder genoemde hunebedden bezocht, en tussendoor nog even ergens koffie gedronken en wat gegeten. Er liggen in en rond Emmen 10 hunebedden op tussen de 5 en 15 minuten fietsen van elkaar vandaan; we zijn eerst naar hunebed D47 gegaan en zo door naar D46, D45, D44, D43, D42, D41 en tot slot D38, 39 en 40 die vlak bij elkaar liggen in een mooi natuurgebied.

Hunebed D47 en D46
Deze Hunebedden liggen op 2 minuten fietsen van elkaar vandaan in een woonwijk van Emmen, hunebed D47 tegenover Haselackers 17  (zie Openstreetmap.org)
en hunebed D46 naast Hotingeslag 47  (zie Openstreetmap.org).
We hebben eerst rondgelopen en foto's gemaakt waarna we de wichelroede's ter hand namen. Bij hunebed D47 kregen we nauwelijks een reactie, alleen bij de kopse kanten van het hunebed. We raakten aan de praat met een voorbijgangster die vertelde ook weinig bij het hunebed te voelen, daarvoor moest je naar het hunebed dat in het bos lag gaan (mogelijk D45).
Van hunebed D47 ontbraken enkele dekstenen, men heeft bijpassende stenen uit omgeving die nooit onderdeel waren van een hunebed gebruikt om het hunebed te restaureren.
Van hunebed D46 lagen de vier deksten verspreid in de omgeving, deze zijn in 1960 weer op hun oorspronkelijke plaats teruggelegd. Hunebed D46 leek iets meer energie te hebben, doch was ook vrij zwak, we kregen een reactie met de wichelroede bij de kopse kanten en links van het hunenbed (wanneer je bij het infobord richting het hunebed kijkt). Deze twee hunebedden lagen midden in woonwijken en zijn lang onderhavig geweest aan vandalisme en zijn ook jarenlang als speelrek voor kinderen gebruikt. Hierdoor zullen ze een hoop van hun sacrale energie verloren hebben.
 (Bronnen: Clerinx Blz.232-233v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.188Gommer Blz.125-127Klok Blz.116-120v.d.Sanden Blz.77-78Westmaas Blz.102,  Hunebedden.nl: D47 en D46,  Hunebeddeninfo.nl: D47 en D46  en Wikipedia: D47 en D46).

Hunebed D45
Dit Hunebed vind je bij de Boermarkerweg  (Zie Openstreetmap.org).
Hunebed D45 was indrukwekkend. We kregen bij dit hunebed een sterke reactie met de wichel­roede bij de kopse kanten en aan de zijkant aan de kant van het infobord, doch weer geen reactie aan de andere kant bij het zijportaal van het hunebed.



Dit hunebed is bovenop een stuifduin gebouwd en moet in het verleden, toen de dekheuvel nog aanwezig was, een indrukwekkende heuvel geweest zijn. Met een lengte van 18,5 meter en breedte van 4,5 meter is dit het op twee na grootste hunebed in Drenthe (D54 en D27 zijn groter).
Het heeft in het verleden veel te lijden gehad en lag er lang verwaarloost bij. In juli 2011 raakte het hunebed wederom zwaar beschadigd doordat men in het hunebed een vuurtje had gestookt onder de grote platte deksten, die hierdoor barste en in het hunebed storte. De steen is echter gerestaureerd en ligt weer op z'n oorspronkelijke plaats. Het verhaal gaat dat Napoleon tijdens een bezoek met zijn paard op deze platte deksteen gestaan zou hebben.
Het informatiebord bij dit hunebed vraagt mensen niet op de hunebedden te klimmen omdat de hunebedden hier onder te lijden hebben en het is schadelijk voor de zeldzame korstmossen die op de stenen groeien.  (Bronnen: Clerinx Blz.232v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.65, 83,132,187Gommer Blz.127-128v.d.Sanden Blz.76Westmaas Blz.100Hunebedden.nlHunebeddeninfo.nl  en  Wikipedia).

Hunebed D44 en D42
Hunebed D44 vind je tegenover Schietbaanweg 8 in Emmen  (Zie Openstreetmap.org).
Bij hunebed D44 voelden we niets en kregen we ook geen enkele reactie met de wichelroede. Dit is het meest vervallen hunebed van Nederland, het zijn eigenlijk slechts nog enkele stenen die van het hunebed over zijn.
Ook hunebed D42 ligt aan de Schietbaanweg, die echter doorsneden word door de N381 zodat je moet omfietsen  (Zie Openstreetmap.org).
Hunebed D42 zag er daarintegen schitterend uit en lag op een mooie plaats aan de rand van een bos met in het hunebed een eikeboom. Het hunebed is echter zwaar beschadigd door keienverzamelaars; er ontbreken 7 zijstenen, een sluitsteen en vijf dekstenen. Van de resterende vier dekstenen liggen er nog twee op hun oorspronkelijke plaats. Dit hunebed is het enige in Nederland met drie paar poortzijstenen. Hoewel veelbelovend kregen we praktisch geen reactie van de wichelroede bij dit hunebed, alleen enigsinds bij de eik, die de energie van het krachtcentrum blijkbaar kanaliseerde.
 (Bronnen: Clerinx Blz.229-231v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.186-187Gommer Blz.110-111 en 117-118v.d.Sanden Blz.73 en 75Westmaas Blz.96 en 100,  Hunebedden.nl: D42 en D44,  Hunebeddeninfo.nl: D42 en D44  en Wikipedia: D42 en D44).


Hunebed D41 en D43
Deze twee hunebedden liggen beiden langs de Odoornerweg, hunebed D41 vlakbij de Sluisvierweg  (Zie Openstreetmap.org) en hunebed D43 aan dezelfde staat in zuidelijke richting, waar de Odoornerweg overgaat in Noordeind  (Zie Openstreetmap.org).

Hunebed D41
Hunebed D41 was in 1809 pas ontdekt en is het laatst ontdekte hunebed in Drenthe. Het hunebed was in 1809 onderzocht waarvan men in 2014 een gedetaileerd verslag vond. In 1920 is het nogmaals archeologisch onderzocht door van Giffen. Het hunebed had geen zijportaalstenen, het zijportaal zat op een ongebruikelijk plaats tussen de eerste en tweede draagsteen aan de zuidelijke kant. Tussen deze twee draagstenen vond men ook een drempelsteen. Er was één urn tussen de draagstenen gevonden en de scherven van nog 15 urnen. Het hunebed staat oost-west gericht met een afwijking van 18°. We kregen niet zoveel reactie van de wichelroede bij hunebed D41, alleen enigsinds aan de kopse kant aan de westkant.
 (Bronnen: Clerinx Blz.228v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.185Gommer Blz.117v.d.Sanden Blz.72Westmaas Blz.90
Hunebedden.nlHunebeddeninfo.nl  en  Wikipedia)
.

Hunebed D43
Hunebed D43 ligt ten opzicht van Hunebed D41 aan dezelfde straat in zuidelijke richting, waar de Odoornerweg overgaat in Noordeind  (Zie Openstreetmap.org).



Hunebed D43 bestaat eigenlijk uit twee hunebedden omgeven door een 40 meter lange en bijna 7 meter brede kring van stenen; het enige langgraf in Nederland. De kring van stenen is noord-zuid gericht met een afwijking van 15°, parallel aan de ligging van de heuvelrug. Het noorderlijke hunebed is 4,6 meter lang en 3 meter breed en het hunebed in het midden van de steenkring is 8 meter lang en bijna 3 meter breed. In het verleden heeft er aan de zuidelijke kant waarschijnlijk nog een derde hunebed gelegen, wat in de negentiende eeuw bij een onderzoek van Janssen beschreven werd. De steenkring is mogelijk is twee fases gebouwd, waarbij het latere hunebed met het eerste werd gecombineerd. Blijkbaar was er na verloop van tijd behoefte aan een extra hunebed. Ik kwam na ons bezoek aan dit hunebed voor een raadsel te staan. De zijportalen van de twee hunebedden van D43 lagen beidde aan de oostkant. In de door mij geraadpleegde boeken las ik ook dat beidde zijportalen zich aan de oostkant bevinden  (Zie Gommer Blz.113 en v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.49 ).
Bij Frits Bom  (op blz.104-105 en Wikipedia lees ik echter dat het zijportaal van het noordelijke hunebed aan de oostkant zat en die van het zuidelijke hunebed aan de westkant. Op de website Hune­bed­den­info.nl vond ik een oude tekening gemaakt door van Giffen uit 1925 waarop ook staat aangegeven dat het zijportaal van het zuidelijke hunnebed aan de westkant zit, tussen steen R20 en R21 (zie pijl op foto hiernaast). Een mail aan het Hunebedcentrum in Borger gaf geen uitsluitsel, de info van Wikipedia en Frits Bom werden als niet erg betrouwbaar benoemd en over de tekening van Prof.van Giffen op hun eigen website werd niets gezegd.
In de andere door mij geraadpleegde bronnen (zie hieronder) word de orientatie van de zijportalen van hunebed D43 niet specifiek genoemd, daar lees ik bijvoorbeeld dat beidde hunebedden binnen D43 ieder één paar portaalzijstenen hebben, maar niet aan welke zijde ze geplaatst zijn. In geen van de door mij geraadpleegde boeken vond ik een opheldering voor dit verschil, dus het blijft nog even een raadsel: zat het zijportaal van het zuidelijke hunebed nu aan de oost- of aan de westzijde? Heeft men de portaalstenen aan de oostzijde in 1925 over het hoofd gezien (v.Giffen noemt ze niet) en/of zijn die later geplaatst als 'restauratie'? Heden bevinden de zijportalen van de twee hunebedden van D43 zich in ieder geval duidelijk aan de oostzijde.  (Bronnen: Clerinx Blz.230-231v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.49,59,64,186Gommer Blz.113-116Klok Blz.113-116v.d.Sanden Blz.74Westmaas Blz.98Hunebedden.nl D43Hunebeddeninfo.nl D43Hunebednieuwscafe.nl D43Hunebednieuwscafe.nl D43Rijksmonumenten.nl  en  Wikipedia D43).
Cois Geysen beschrijft dat hij bij hunebed D43 een verhoogde radioactieve achtergrondstraling gemeten had; 133 becquerel. De achtergrondstraling ligt volgens Geysen in Nederland gemiddeld zo tussen de 35 en 50 becquerel. De achtergrondstraling van 133 Bq bij het hunebed lijkt hoog, doch dat valt erg mee; in het menselijk lichaam is deze normaal gesproken 120 Bq per kilogram!
 (Zie: Achtergrondstraling en Geysen Blz.138).
Toen Murel en ik Dinsdag 10 mei 2022 dit hunebed bezochten en met de wichelroede hier rondliepen, waren we het eens dat de sterkste energie zich helemaal aan de zuidzijde bevond; bij het groene deel waar het eventuele derde hunebed gestaan zou hebben. Verder reageerde de wichelroede bij de beidde kopse kanten en zelf kreeg ik ook een reactie bij de beidde zijportalen aan de oostkant. Een indrukwekkend hunebed op een geweldig mooie lokatie!

Hunebed D38, D39 en D40
Deze drie hunebedden liggen vlak bij elkaar in het Valtherbos. Wanneer je het verharde fietspad langs de Warmeerweg in Emmen volgt, kom je bij deze groep hunebedden terecht  (Zie Openstreetmap.org).



Het grootste hunebed van deze groep; D40, is indrukwekkend vanwege de enorme dekstenen. Hunebed D40 is archeologisch onderzocht door van Giffen in 1918 en 1921 en later ook door de archeoloog J.N. Lanting die zich specifiek de dekheuvel richte. In dit hunebed zijn zo'n 80 stuks aardewerk potten gevonden, allen uit de periode tussen 3300 en 3200 voor het begin van onze jaartelling. Hunebed D40 is in verhouding dus maar kort in gebruik geweest. Gedurende deze 100 jaar werd de dekheuvel in drie fasen opgeworpen. In de dekheuvel zijn veel veldkeien gevonden die bij archeoloog van Giffen de indruk wekten gebruikt te zijn om de grote dekstenen op hun plaats te brengen.
De dekheuvel van hunebed D39 is nu geheel verdwenen. Archeologisch onderzoek van de dekheuvel in 1925 door van Giffen en later in 1984 door de archeoloog J.N. Lanting wees uit dat deze in twee fasen was opgeworpen; de eerste fase ten tijde van de trechterbekercultuur, de dekheuvel kwam toen tot aan de bovenkant van de draagstenen. In de tweede fase werd de dekheuvel verder opgehoogt; dat was gedurende de laatste periode van het neoliticum (2800-2000 v.nul) of gedurende de daar op­volg­en­de bronstijd (2000-800 v.nul).
Hunebed D38 is helaas nooit archeologisch onderzocht.
 (Bronnen: Clerinx Blz.228v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.183-185Gommer Blz.118-122v.d.Sanden Blz.70-71Westmaas Blz.88Hunebedden.nl D38/D39Hunebedden.nl D40Hunebeddeninfo.nl,  Hunebednieuwscafe.nl: D38 - D39 - D40Rijksmonumenten.nl  en  Wikipedia: D38 - D39 - D40).



Toen we met de wichelroedes rondliepen bij hunebed D38, D39 en D40 kregen we zwakke reacties bij hunebed D39 en hunebed D38. Bij hunebed D38 reageerde de wichelroede bij de kopse kanten, bij hunebed D39 gaf de wichelroede alleen vlakbij een reactie, maar ik werd er niet echt wijs uit waar het krachtcentrum nu precies lag. Hunebed D40 gaf een veel sterkere reactie van de wichelroede en ook al vanaf grotere afstand, dit hunebed stond op een krachtcentrum!
Met ons bezoek aan hunebed D38, 39 en 40 besloten we onze middagfietstocht langs deze tien hunebedden rond Emmen. Hunebed D45, het door een 40 meter lange steenkring omgeven hunebed D43 en hunebed D40 waren hier echte hoogtepunten. Bij hunebed D42 hadden we een sterk krachtcentrum verwacht vanwege de afgelegen ligging midden in de natuur, doch het krachtcentrum was zeer zwak; de wichelroede reageerde pas toen ik bij de boom middenin het hunebed was en echt niet meer verder kon. Een leerzame dag met indrukwekkende ontmoetingen met oerkrachten vormgegeven met in steen gevangen energie.

Martin Roek      


     
     



Wat zijn Hunebedden?
Hune is een oud Drents woord dat reus betekend, vergelijkbaar met het Duitse Hüne, dat nog altijd reus of een boom van een kerel betekend. Ook in Genesis 6:4 lezen we over de 'Huynen'; 'reuzen', deze stenen 'bedden' waren zo men dacht gebouwd door reuzen.
 (Bronnen: Clerinx Blz.19v.d.Sanden Blz. 16-17  en  Wikipedia).

De in Nederland gevonden hunebedden werden in een vrij korte periode gebouwd tussen 3450 en 3100 v.nul door mensen van de Trech­ter­beker­cultuur. Men heeft in de Nederlandse hunebedden vrij weinig menselijke resten gevonden, van de zure bodem in Drenthe is bekend dat die het botten­mate­riaal grondig vernietigd. Hetzelfde zien we bij het grootst gevonden grafveld van West Europa uit de steentijd bij Dalfsen, waar van de skeletten niets over is en men slechts enkele lijksilhouetten gevonden heeft. Uit de wel gevonden resten bot en crematieresten uit de hunebedden is niet goed op te maken in welke richting de overledenen begraven werden en hoeveel mensen hun laatste reis via een hunebed maakten. Er werden wel veel potscherven gevonden in de meer westelijk gelegen hunnenbedden en nabij gelegen regio's in Duitsland. Dit kunnen urnen zijn geweest of grafgiften.
 (Bronnen: Clerinx Blz.38, 179-180 en 192-193v.d.Sanden Blz. 11 en 16Hunebeddeninfo.nl grafveld DalfsenHunebednieuwscafe.nl  &  Wikipedia).



Oorspronkelijk waren de ruimten tussen de grote stenen opgevuld met kleinere stenen en lag er een dekheuvel over de hune­bedden, die alleen toegankelijk waren via een ingang aan de zijkant.
Alleen hunebed D13 in Eext heeft nog een dergelijke dekheuvel die alle hunebedden oorspronkelijk hadden. Vroeger leidde een klein trapje naar de binnenruimte, wat dit hunebed weer uniek maakt.
Hunebedden waren dus een soort van grafheuvels waar men via de zijkant nog toegang tot had die gebruikt werd om overleden te kunnen bijzetten, wat nog honderden jaren gebeurde na de bouw van het laatste hunebed.
Op alle informatie bordjes die ik bij de hunebedden heb zien staan valt te lezen: "Een hunebed is een grafmonument. Behandel het met respect", doch ik merk hier weinig van.
Ik zie zowel kinderen als volwassen op de grafmonumenten klimmen, wat dus totaal respectloos is, alsof je op een kerkhof bovenop de grafstenen gaat staan om alles goed te kunnen bekijken. Men is dan ook bezig om te kijken of er bordjes met een klimverbod geplaatst kunnen gaan worden.
Ook op informatieve video's op de website van de Hunebedden Beheergroep (HBG) te Borger gaat men respectloos met hunebedden en grafheuvels om, te zien is hoe men dwars door de hunebedden heen loopt, erin gaat liggen, er bovenop gaat zitten en bovenop een grafheuvel gaat staan. De Hunebedden Beheergroep is o.a. ook verantwoordelijk voor het plaatsen van de informatieve bordjes bij de hunebedden waarop men een respectvolle omgang van de hunebedden van bezoekers verwacht... men begrijpt blijkbaar zelf niet wat een respectvolle omgang zou kunnen zijn.
Bezoekers lijken te denken dat deze enorme stenen wel wat kunnen hebben en dat men er gerust op kan klimmen of op kan gaan zitten. Helaas hebben de hunebedden hier wel onder te lijden zodat ze sneller eroderen en beschadigt men de zeldzame korstmossen die soms alleen nog op deze hunebedden te vinden zijn.
 (Bronnen: Clerinx Blz.192-193Hoven & Hovius Blz.29v.d.Sanden Blz. 11 en 16AD.nl - KlimverbodArcheologieOnline.nlHunebednieuwscafe.nl - KlimverbodHunebednieuwscafe.nl - Wat zijn HunebeddenTrouw.nl - Klimverbod  &  Wikipedia).

Krachtcentra
Dat de hunebedden op krachtcentra zouden liggen wordt vaak naar het rijk der pseudowetenschap verwezen en dus als onzin afgedaan. De hunebedden werden echter wel op speciaal daarvoor uitgekozen lokaties gebouwd; in Nederland allemaal op een verhoging in het landschap; de Hondsrug; een 70 kilometer lange verhoging met energetische eigenschappen waarop de meeste hunebedden te vinden zijn. Bij 39 van de 53 gemeten hunebedden was de radioactieve achtergrondstraling bovendien beduidend hoger  (Zie Martin Roek - Achtergrondstraling  en  dehondsrug.nl).
We zien dus wel degelijk een sterkere energie bij veel hunebedden. Naar aanleiding van deze metingen en mijn eigen ervaringen blijken zeker niet alle hunebedden op een krachtcentrum te staan, zoals Sietse van der Tuin zo stellig beweerd  (Zie: v.d.Tuin Blz.30-32).
De hunebedden waren in de tijd dat ze gebouwd werden zeer markante bouwwerken; heilige plaatsen waar men de voorouders begroef en eerde. De energetische kwaliteit van bepaalde lokaties op de hondsrug oefende blijkbaar een zekere aantrekkingskracht uit om hier een heiligdom te bouwen.

Heiligdom
De hunebedden waren meestal op een verhoging in het landschap gebouwd, grotendeels bedekt met aarde. Hunebedden en grafheuvels zijn toegangen naar de Andere Wereld waar de voorouders zich bevinden. De overledenen werden met een ceremonie hier gecremeerd en/of begraven en later kwam men hier voor herdenkings en raadplegingsceremoniën, waarbij er ook aan de voorouders geofferd werd. Vaak hield men bij grafheuvels en hunebedden ook vergaderingen, rechtsgedingen en nam men besluiten, waarbij mogelijk ook de voorouders in gedachten werden gehouden en/of geraadpleegd. De hunebedden zijn plaatsen van de voor­ouders en natuurgeesten/goden; poorten naar de Andere Wereld waar men ceremoniën en rituelen deed om de voorouders en de natuurgeesten te eren en te raadplegen; het waren ook religieus-spirituele centra.
Sommige mensen menen dat de hunebedden geen graven voor de voorouders waren maar heiligdommen, spirituele centra. Alsof dit een tegenstelling zou zijn; het zou juist vreemd zijn wanneer in heiligdommen zoals de hunebedden de voorouderspirits compleet buitengesloten zouden worden. In het oude sjamanisme raadpleegt men juist de voorouders en de natuurgeesten/goden, waarom zou men dit in de tijd van de hunebedden dan niet gedaan hebben? Belangrijke overledenen zoals stamoudsten, sjamanen, priesters en priesteressen, zullen in het heiligdom rond de voorouders en natuurspirits/goden bijgezet zijn, zodat latere generaties ze eer kunnen bewijzen en kunnen raadplegen.
In de mythologie van latere volkeren zijn heuvels vaak het domein van de Andere Wereld, waar de elfen en andere natuurspirits wonen. Via grotten en andere openingen in de aarde kon men de onderwereld betreden, de wereld van de overledenen, de Andere Wereld. De vondsten van menselijke resten in de hunebedden en de offergaven liggen in lijn met deze mythologie van latere volken in deze regio. Aan de hunebedden zullen dus mogelijk alleen stamoudsten, priesters en priesteressen na hun overlijden toevertrouwd zijn; inspirerende mensen met een zeker aanzien. Hunebedden zijn zo het schijnt dan ook in de eerste plaatst heiligdommen, speciaal gebouwd voor de Andere Wereld van de overleden voorouders die hieraan toevertrouwd werden en voor de natuurspirits zoals o.a. de Goden en Godinnen.

Martin Roek