Utrechtse kerken en kerkgebouwen

Dr. A. van Hulzen

160 Blz., ISBN 90 246 4530 1     
Uitgeverij Bosch & Keuning, 1985, tweede druk 1988     


'Amsterdam is machtig,
Den Haag is prachtig,
Delft is statig,
Utrecht is prelatig.'

Dit 16de-eeuwse rijm kunnen we in onze tijd nog grotendeels onderschrijven. Het woord prelatig betekent kerkelijk, kloosterachtig. Nog in de vorige eeuw werd opgemerkt: 'Op een wandeling in en om Utrecht komt men altijd uit bij een kerk.' Het zijn de middeleeuwse kerken, die op Utrecht hun stempel hebben gezet.

In Utrechtse kerken en kerkgebouwen wordt, behalve aan de middeleeuwse kerken, aandacht besteed aan de tijd na 1580, toen openlijke uitoefening van de katholieke godsdienst verboden was. Zo is een afzonderlijk hoofdstuk gewijd aan de schuilkerken. Tevens worden de katholieke kerken besproken, die na 1795, toen er openlijke godsdienstvrijheid kwam, werden gebouwd. Daarnaast worden oud-katholieke kerken, enkele gereformeerde kerken, de lutherse en doopsgezinde kerken behandeld, evenals de gebouwen Silo en Irene, die als kerkgebouwen dienst hebben gedaan. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan het synagogegebouw aan de Springweg, dat tot 1981 als synagoge dienst deed.
Het boek is rijk geïllustreerd met tekeningen, aquarellen en schilderijen van J. de Beyer, P. Saenredam, S. van Lamsweerde, H. Saftleven en vele anderen.

Dr. A. van Hulzen is historicus en heeft vele jaren les gegeven, o.a. aan de Rijkspedagogische Academie te Utrecht. Naast twee delen vaderlandse geschiedenis voor pedagogische academies publiceerde hij o.a. 'Een tijdgenoot vertelt' (1960), 'Onze Pruikentijd', 'Utrecht bij gaslicht', 'Utrecht tussen Pruis en Fransoos' en 'De wereld van eergisteren'.


(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)     


Terug naar de vorige pagina