Begraven op de terpen in Ferwerderadiel

Het dodenbestel in middeleeuws Fryslân ± 400-1200

Archeologie in Fryslân 1

Arnold Carmiggelt

80 Blz., ISBN 90 6825 241 0     
Uitgeverij Uniepers, 2000     


In de reeks Archeologie in Fryslân komen de verschillende historische landschappen van Fryslân aan bod. Elk deel biedt een overzicht van de resultaten van oud en nieuw onderzoek naar de wisselwerking tussen het landschap en zijn bewoners door de eeuwen heen.

Terpen zijn karakteristieke elementen in het Noord-Nederlandse landschap. Helaas is het grootste deel van de terpen in de loop der tijd afgegraven voor de winning van de vruchtbare terpaarde. Gelukkig zijn de meeste terpen tegenwoordig wettelijk beschermd. In dit boek wordt duidelijk gemaakt dat de terpen bij Hegebeintum en Oosterbeintum waardevolle informatie bevatten over de bewoningsgeschiedenis van het Noord-Nederlandse kustgebied.
Daarvoor beginnen we in 1904. Op 23 september van dat jaar werd er bij het Fries Museum in Leeuwarden een telegram afgeleverd met de melding 'Iets merkwaardigs gevonden, kom spoedig over'. Het bericht was afkomstig van de terp Hegebeintum in Ferwerderadiel. Het bleek dat de arbeiders bij het afgraven van de terp waren gestuit op de resten van een grafveld uit de vroege Middeleeuwen (ca. 350-900 na Chr.). Daarbij kwamen allerlei voorwerpen aan het licht die de bewoners van het terpengebied destijds aan hun doden meegaven. Aan de hand van archeologische vondsten die het resultaat zijn van de eerste moderne opgraving van een grafveld in het Noord-Nederlandse terpengebied, wordt een beeld geschetst van het dodenbestel in vroeg-middeleeuws Fryslân. Zo wordt duidelijk waarom archeologen zoveel waarde hechten aan het onderzoek van de doden. Juist door naar de doden en het dodenbestel te kijken proberen we de ´levende bevolking´ te zien.


(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)     


Terug naar de vorige pagina